Angst(stoornissen), (Chronische) Depressie, Persoonlijkheidsproblematiek, OCD, Tics, PTSS, Eetstoornissen (Mild), SOLK, Conversie, FNS.
Strengheid naar uzelf en/of anderen. Moeite met ontspannen, stilzitten, trots, complimentjes, zelfvertrouwen, of verantwoordelijkheid nemen en afhankelijkheid.
Subassertiviteit, pleasen (aardig doen), grenzeloosheid, niet kunnen 'botsen' (conflictvermijding).
Onbewuste spanning(angst), somberheid of chronische depressie, zelfkritiek of zelfhaat, schuld & schaamte.
Verdriet niet tonen, glimlachen, 'een muurtje' hebben, niet verbonden (weerstand emotionele nabijheid).
Emotioneel vlak of gespannen met eetbuien, alcohol- of middelengebruik. Soms: vastgelopen rouwproces.
Boosheid, assertiviteit, verdriet, rouw, blijdschap, trots. Afweermechanismen zoals: eroverheen praten, alles weglachen
De ander niet dichtbij laten of wantrouwen, uzelf/kwetsbaarheid niet tonen, of juist nooit alleen kunnen zijn.